Woorden zitten ons vaak in de weg. Als we spelen hebben we veel minder problemen.
Voor de mensen die jullie nog niet zo goed kennen. Waar komt jullie muziek vandaan?
Andrew Claes: “Gentwerpen” [lacht]. Het merendeel van ons kwintet komt uit Antwerpen en we zijn ontstaan in Gent toen onze drummer Lander ons vroeg om te spelen in de White Cat Bar. We hebben allemaal een jazz-achtergrond, zowel qua opleiding als ervaring. We zijn eerst in het clubcircuit terechtgekomen. Daar stonden we tussen de DJ’s. Onze live-optredens werden steeds serieuzer, wat ons reden gaf om een album te maken.”
Op Wikipedia staan jullie beschreven als: “Een Belgische avant-gardeband die een mix speelt van avant-gardejazz, -funk, -hiphop en -elektro”. Mee eens?
Andrew: [lacht] “…Daar kan ik zeker mee leven.”
Hoe zouden jullie jezelf typeren?
Andrew: “Wij spelen op het ritme van het internet. Mensen bewegen van A tot Z op zeer korte tijdspanne en dat geldt eigenlijk ook voor onze muziek. Op onze tracks wordt er voor je gescrold, gezapt en geswipet. Andere mensen zullen onze muziek typeren als moderne jazz ergens tussen GoGo Penguin tot BadBadNotGood, maar dat is niet per se hoe ik onze muziek zelf zie.”
Tot zover de introductie. Hoe gaat het verder?
Joris Caluwaerts: “Ik ben twee weken geleden voor het eerst vader geworden en we hebben inmiddels het eerste live-optreden na corona achter de rug met nog vele op de planning. Dus we hebben niets te klagen hè…”
Het begint allemaal weer een beetje te komen. Dat moet vast geweldig zijn!?
Andrew: “Je vergeet eigenlijk pas wat je mist totdat je er weer staat. Dan heb je zoiets van: Wow, dít heb ik dus gemist!”
Joris: “Ook de chemie op het podium. Ik had gedacht dat we veel zouden moeten repeteren en dat het moeilijk zou worden om onze magie terug te vinden, maar eigenlijk is dat instant terug en dat is heel plezant.”
Hoe hebben jullie de lockdownperiodes beleefd?
Joris: “We hebben de nieuwe plaat gemixt en geprobeerd af te ronden. Omdat we normaal gesproken alles heel democratisch besluiten met z’n vijven in de studio, was het deze keer lastiger dan anders.”
Andrew: “De opnames waren precies de dag voor de eerste lockdown klaar en daarna zouden we alles mixen. Hierdoor hebben we niet veel optredens gemist en konden we terugkomen met een plaat die niets te maken heeft met corona. Dat was een grote wens van ons.”
Waarom?
Andrew: “Corona is nooit in enige vorm een drijfveer geweest. We waren gewoon bezig met onze derde plaat.”
Jullie artwork en visuals van het nieuwe album vallen erg op. Maken jullie dat zelf?
Joris: Ons artwork komt uit de collectie van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, waar we sinds een aantal jaar artist in residence zijn. We mogen de ruimtes daar gebruiken en onlangs schoten we daar de live video’s van OB499 en Kwibus. Het is heel bijzonder om er rond te lopen nu er niks van kunst hangt.
Andrew: We hebben lekker lopen grasduinen in de kunstcollectie van het KMSKA en hebben een kunstwerk als albumcover gekozen, ook een beetje omdat we die voorgeschiedenis hebben met onze vorige platen.
Vanwaar de naam T(h)reats eigenlijk?
Andrew: “Het gaat op bepaalde vlakken altijd maar beter en sneller, maar er zijn ook wel echt een paar hele hete hangijzers waar we niet omheen kunnen. We zijn in een tijd beland waarbij je niet meer één van de twee kunt zeggen.”
Hoe typeren jullie T(h)reats ten opzichte van de vorige twee albums?
Andrew: “Als band doen wij eigenlijk altijd hetzelfde, alleen proberen we steeds beter te worden.”
Joris: “De eerste plaat kwam voort uit onze livemuziek. old dreams new planets was iets meer studio, krampachtiger en met de gedachte om meer elektronisch te klinken. T(h)reats is weer wat spontaner en we zijn er heel trots op. Altijd als we een afbakening probeerden te maken was onze reactie: Jammer, nu verliezen we misschien dit of dat.”
Andrew: “Pas nu kan ik objectief luisteren. Op T(h)reats hoor ik dat we weer gegroeid zijn. We varen altijd dezelfde koers, maar zijn nog niet op onze bestemming aangekomen. Dat zou het ergste zijn wat STUFF. kan overkomen. De thema’s waarover we schrijven zijn altijd hetzelfde, maar worden steeds dieper.”
Welke thema’s bedoel je dan?
Andrew: “De muziek die we tof vinden, de manier van samen spelen, politiek, ecologie, economie. Eigenlijk het brede spectrum van het leven. Als vriendengroep exploreren we hoe het is om zowel vrienden als collega’s te zijn en welke rol leeftijd hierin speelt. We delen veel met elkaar op artistiek en vriendschappelijk niveau.”
Sprong er bepaald thema bovenuit voor dit album?
Joris: “Hij staat wel extra in het teken van vriendschap, hetgeen we zo fysiek gemist hebben tijdens het mixen en afronden van de plaat. De babbeltjes met elkaar en het samen eten. Dat heeft STUFF. gewoon nodig.”
Andrew: “Dikwijls zijn we niet bezig met thema’s, maar dan zeggen we gewoon tegen elkaar dat we meer van het een of meer van het ander willen. We zijn ook bezig met muziek die we hebben gehoord. Of zo van: dat doet me denken aan die gebeurtenis, en dan vertellen we daarover. Zo heeft iedereen zijn verhaal en eigen mening die onze thematiek vormen.”
Een echte chemie?
Andrew: “Wij luisteren heel goed naar elkaar en daarom klikt het ook zo goed. Als we praten zeggen we heel vaak het tegenovergestelde, maar als we spelen bedoelen we eigenlijk allemaal hetzelfde. Woorden zitten ons vaak in de weg. Als we spelen hebben we veel minder problemen.”
Jullie lieten de naam van filmcomponist Howard Shore al eerder vallen. Is hij een inspiratie geweest voor de nieuwe tracks?
Andrew: “We zijn ooit gevraagd voor het filmfestival van Gent om iets te maken rond filmmuziek. Al snel kwamen we op het idee om de visuele stijl van regisseur David Cronenberg te combineren met de muziek van Howard Shore in een multimediale voorstelling.”
Joris: “Het was een nieuwe frisse kleur die we vonden en nu af en toe kunnen inzetten. Dit hoor je bijvoorbeeld ook terug op Loomy.”
Andrew: “Achteraf gezien is de sfeer van Shore onbewust misschien wel in onze plaat gekropen. Stiekem is het ook wel een droom om ooit nog eens filmmuziek te maken.”
De nieuwe Star Wars?
Andrew: “Met alle plezier.”
Cumulus en Kwibus kwamen beide eerder uit dan het album en klinken heel energiek. De rest van het album klonk daardoor toch weer als een verrassing…
Andrew: “Cumulus en Kwibus zijn bewust als eerste uitgebracht om alvast wat treats weg te geven. We wilden het publiek wakker schudden en laten weten dat het in deze tijd niet alleen maar gaat over de threats.”
T(h)reats klinkt soms spannend en dreigend, maar ook optimistisch en ruimtelijk. Scifi-achtig met scheutjes filmmuziek. Hebben jullie bewuste keuzes voor deze stijlen gemaakt of is stijl ondergeschikt?
Joris: “Wij bakenen eigenlijk nooit iets af. De helft van de tijd in het proces zijn wij gewoon aan het jammen zonder iets te zeggen. We stellen ons op in de studio, drukken op record en hopelijk komt er na een paar uur iets uit.”
Finding Mu is een opvallende track op het album met veel wisselingen van klankkleuren en een bijzondere opbouw. Hoe kwam deze track tot stand?
Andrew: “De helft van onze tracks komt voort uit jams en worden ingekort of bijgekleurd. De andere helft komt uit kleine ideetjes die iedereen uit de band kan en mag inbrengen.
Finding Mu begon bij een idee van Dries, onze bassist. Een vrolijk semi-Afrikaans getinte melodie die we aangepast hebben met andere akkoorden en vervolgens heel organisch is uitgemond in het nummer zoals op het album te horen is.”
Hoe verhoudt live zich ten opzichte van studio bij STUFF.?
Andrew: “We vertrekken altijd vanuit live. Dat blijft gelijk ook de grootste uitdaging voor STUFF. Om de sfeer van onze live-optredens vast te leggen op plaat. We willen bovendien de productie van de studio live op het podium brengen.”
Jullie zijn alom geprezen in de media als nieuwe aandrijvers van de (experimentele) jazzmuziek in België. Zien jullie jezelf ook zo?
Joris: “Voor ons was het normaal, we waren gewoon aan het jammen. Ik had nooit kunnen dromen dat er zo over ons geschreven werd.”
Andrew: “Ik ben heel dankbaar voor wat we allemaal al bereikt hebben met hetgeen we doen. Het was eigenlijk nooit onze ambitie, het is gewoon zo gegroeid.”
Over ambities gesproken… Waarom maken jullie eigenlijk muziek?
Joris: [lacht] “…Het live spelen. Dat geeft gewoon fantastische momenten. Platen maken is ook super tof, maar soms vormen ze ook argumenten om verder te kunnen met live optreden.”
Samen blijven spelen, leren, doorontwikkelen…Andrew: “Ja, absoluut. En als we mensen daarmee kunnen inspireren is dat helemaal tof. Dezelfde koers blijven varen, beter worden en verder uitdiepen.”
Maar jullie zijn lang niet altijd samen. Er zijn veel zijprojecten toch, zoals Dries nu met Selah Sue?
Joris: Ja iedereen heeft zijn eigen zijprojecten en soms is het heel hard vloeken als er iets niet door kan gaan, maar dat is ook de natuur van een band waarbij je je neer moet leggen.
Andrew: We geven onze zijprojecten altijd veel lucht en we hebben als gevolg al heel wat kansen moeten laten schieten, maar anderzijds krijgen we veel nieuwe impulsen hierdoor. We zijn allemaal onvervangbaar, dus daarom voelt STUFF. soms meer als rockband dan als echte pure jazzband.
What’s next?
Andrew: “We hebben eigenlijk nog veel materiaal van het album dus er zijn misschien nog wat treats op komst… In ieder geval is dit zeker nog niet het einde en ook gaan we geen drie jaar op ons laten wachten.”
Ten slotte. Naar welke track van het nieuwe album moeten de mensen zeker luisteren?
Andrew: “Finding Mu. Daar kun je heel vaak naar luisteren en toch steeds iets nieuws ontdekken. Een veelkoppig beest dat we tot één geheel hebben kunnen smeden.”
STUFF.
Andrew Claes – Saxofoon / EWI
Joris Caluwaerts – Keys
Dries Laheye – Bas
Mixmonster Menno – Samples
Lander Gyselinck – Drums